Minor ‘Gezinnen van nu: opvoeding en ontwikkeling van kinderen in het hedendaagse gezin’

Zoals jullie misschien al weten, studeer ik Sociologie. Volgend studiejaar is alweer mijn derde en (hopelijk) laatste bachelorjaar, dat ik begin met een minor. Eind mei was de deadline van de inschrijving voor de minors aan de universiteit. Ik moest drie voorkeuren doorgeven en dit waren ze:

1. Gezinnen van nu: opvoeding en ontwikkeling van kinderen in het hedendaagse gezin
2. Diversiteit: beleid en management in de multiculturele samenleving
3. Crossculturele psychologie

Op 13 juni was het zover: de uitslag was binnen! Ik bleek groen licht te hebben gekregen om de minor van mijn eerste keuze te gaan doen. Yeaaaaaaah! Maar wat houdt ‘Gezinnen van nu’ eigenlijk in? Dit dus:

Is gedrag van kinderen aangeboren of aangeleerd? Welke invloed heeft kinderopvang op de ontwikkeling van een kind? Mogen ouders een pedagogische tik uitdelen? De gezinspedagogiek bestudeert de opvoeding van kinderen met een normale ontwikkeling en daarbij behorende opvoedingsvragen van ouders. Het kerngezin wordt vaak voorgesteld als vader, moeder en twee biologische kinderen. Maar de werkelijkheid is breder: eenoudergezinnen, adoptie- en pleeggezinnen, homo-ouders, samengestelde gezinnen. Welk effect heeft dit op de ontwikkeling van kinderen? Ten slotte wordt gezinspedagogiek vanuit multicultureel perspectief . Is opvoeding in allochtone gezinnen anders dan in autochtone gezinnen? En moet je daar als professional rekening mee houden?

De vragen die aan bod zullen komen, zijn erg interessant. Over de pedagogische tik bestaan al jaren discussies: moet het kunnen of is het absoluut not done? Ik ben vooral benieuwd naar het multiculturele perspectief op gezinspedagogiek, aangezien ik zelf allochtoon ben. 

De minor bestaat uit drie modules:

1. Inleiding in de Pedagogische Wetenschappen

In de supermarkt, de metro, het park, overal kun je pedagogiek tegenkomen. De pedagogiek is een breed werkveld. Mag Laura van 13 in haar eentje de wereld rondzeilen? Kan het kwaad als een kind drie uur per dag televisie kijkt? Mogen ouders een pedagogische tik uitdelen? Het zijn opvoedkundige vragen waar de meeste mensen wel een mening over hebben. Maar deze pedagogische vragen kunnen we ook op een wetenschappelijke manier bekijken. In dit blok komen de belangrijkste pedagogische thema’s aan bod. Welke rol heeft het kind in zijn of haar omgeving? Wat is aangeboren en wat is aangeleerd gedrag? Wat gebeurt er als een kind niet door de ouders maar door anderen wordt opgevoed? Wat is de kwaliteit van de opvoeding en hoe kunnen we ouders ondersteunen in de opvoeding? Pedagogische vraagstukken over onder andere het nature-nurture-debat, adoptie, kinderopvang, kindermishandeling en opvoedstijlen worden behandeld. Daarnaast is er ook aandacht voor de manieren waarop ouders kunnen worden ondersteund in de opvoeding.

Over Laura, het ‘zeilmeisje’, heb ik me altijd verbaasd. Ik was geen voorstander van haar wereldreis en vraag me af hoe het nu met haar gaat en wat ze doet.

2. Gezinspedagogiek: niet-traditionele gezinnen

De tweede module biedt een verdieping in een belangrijk onderwerp uit de gezinspedagogiek, namelijk de niet-traditionele gezinnen. De gezinspedagogiek richt zich op opvoeding in gezinnen. De klassieke definitie van ‘het gezin als duurzame samenlevingsgemeenschap van een man en een vrouw met de uit hun verbintenis voortgekomen kinderen’ (Vandemeulebroecke, Van Crombrugge & Gerris, 1999, p.14) is hierbij echter te smal. Adoptiegezinnen, eenoudergezinnen, gezinnen met homo-ouders en vele andere soorten gezinnen vallen buiten deze definitie. Binnen de gezinspedagogiek wordt dan ook gepleit voor een bredere definitie van het gezin. Vragen die in deze module aan bod komen zijn onder andere: Hoe vaak komen deze verschillende gezinsvormen en gezinssamenstellingen eigenlijk voor? Welke gevolgen heeft dit voor de ontwikkeling van het kind in deze gezinnen? Welke gevolgen heeft dit voor het ouderschap en het welzijn van de ouder? Is er ondersteuning nodig bij deze gezinnen en is die ondersteuning effectief?

Tegenwoordig kunnen we er niet meer omheen: er zijn vele soorten gezinnen bij gekomen en het traditionele gezin komt steeds minder vaak voor. Ik vind het interessant om meer te weten te komen over deze verscheidenheid aan gezinnen, omdat ik er nog niet zoveel vanaf weet.

3. Opvoeden en opvoedingsproblemen in allochtone gezinnen

“Marokkaanse geweldpleger vaak zelf thuis mishandeld” en “Lesbische pleegouders Turks kind (9) duiken onder”; opvoeding van kinderen in allochtone gezinnen krijgt regelmatig aandacht in de media. Is opvoeding in allochtone gezinnen eigenlijk anders dan in autochtone gezinnen? Deze module gaat in op opvoeden en opvoedingsproblemen in allochtone gezinnen in Nederland. Een aantal vragen staat daarbij centraal; er wordt vaak gesproken over ‘ autochtonen’  of ‘ Nederlanders’  en ‘allochtonen’, maar bestaat dé allochtoon? In dit blok zal opvoeding in verschillende allochtone gezinnen aan bod komen: arbeidsmigranten (Turken, Marokkanen, Chinezen) en migranten uit de voormalige Nederlandse koloniën (Surinamers, Antilianen). Ook zal aandacht worden besteed aan de relatief nieuwe migranten uit Midden-Oost Europa en vluchtelingen. Vervolgens beschouwen we of kinderen uit allochtone gezinnen meer of ander probleemgedrag laten zien, wat de bijdrage van de ouders en opvoeding is en kijken we naar de rol van de hulpverlening hierbij. Ten slotte is er aandacht voor opvoedingsondersteuning aan ouders in allochtone gezinnen; moet die aangepast worden aan de specifieke culturen, of is dat juist niet nodig?

Mijn interesse in deze module is zeker niet verrassend. Ik ben zelf namelijk van Kaapverdiaanse komaf. Ik kijk hier erg naar uit!

Naast deze reguliere modules zijn er practica:

Practicum tijdens module 1 & 2. Observatie van ouders en kinderen

In de practicumbijeenkomsten wordt gewerkt met een belangrijke meetmethode uit de Pedagogiek; gedragsobservaties. Deze observaties worden vaak gebruikt in wetenschappelijk pedagogisch onderzoek, maar ook in de diagnostiek en behandeling van pedagogische problemen. De unieke informatie die verzameld wordt door gedragsobservaties, wordt naast de andere meetmethoden gebruikt om wetenschappelijke conclusies te trekken of voor professionele (stappen tot) interventie. Het is van groot belang om nauwkeurige en wetenschappelijk onderbouwde observatie-instrumenten te hebben, zodat het gedrag van mensen betrouwbaar en valide wordt geobserveerd en zo de subjectiviteit van observaties verminderd wordt. Studenten gaan zelf aan het werk met observatie-instrumenten die vaak worden gebruikt in onderzoek en praktijk. Het practicum is opgedeeld in drie thema’s: straffen en belonen door ouders, sensitiviteit van ouders en gehoorzaamheid bij peuters. De proximale processen worden geobserveerd: de kwaliteit van de interactie tussen het kind en een volwassene.

Ik heb al enige ervaring met observaties. Vorig studiejaar moest ik voor het vak ‘Cohesie 1: leven in de grote stad’ observeren in een achterstandswijk. Voor de minor moet ik dus naar ouder en kind gaan kijken. Leuk!

Practicum tijdens module 3. Toegepaste culturele sensitiviteit in de pedagogische praktijk

Uit onderzoek blijkt dat de competenties van professionals in de preventieve en ontwikkelingsgerichte jeugdsector in een interculturele context niet altijd toereikend zijn. Regelmatig worden communicatieproblemen ervaren of is het moeilijk de jeugdige of ouder te bereiken (Van de Haterd et al., 2010). Tijdens module 3 wordt, aansluitend op de onderwijsbijeenkomsten en colleges, aandacht besteed aan interculturele competenties van pedagogen. Deze competenties zijn geformuleerd door de overheid met als doel aandacht voor diversiteit in onderwijs, opleidingen en dienstverlening. Aan de hand van een casusbeschrijving passen studenten de culturele competenties toe op een voorbeeld uit de pedagogische praktijk. Studenten werken aan een presentatie waarin kennis, inzicht, vaardigheden en houding ten opzichte van diversiteit worden getoond.

Bij dit practicum heb ik nog niet echt een beeld, maar het zal vast boeiend worden!

Met deze blogpost wilde ik jullie een kijkje geven in mijn minor. In september begin ik er dus mee en ik heb er zin in, want het is eens iets anders dan sociologie. Sowieso vind ik het leuk om over kinderen en jongeren te leren en met hen te werken. I’m excited!